De afgelegen en geïsoleerde Livet-vallei maakte het ideaal voor illegale distillatie. Hier leerde onze oprichter George Smith zijn vak. Verborgen voor de douanebeambten en soldaten tussen de heuvels en overvloedige bronnen, had George de tijd om langzaam te destilleren en zo een whisky te maken die spoedig wereldberoemd zou worden. In augustus 1822 arriveerde koning George IV in Schotland voor een staatsbezoek en vroeg om een druppel van de beruchte Glenlivet-whisky te proberen. Het was een illegale dram, maar zelfs dat hield de koning niet tegen.